Nieuwe voedingsrichtlijnen
Bij het formuleren van de nieuwe richtlijnen goede voeding wordt er naast afzonderlijke voedingsstoffen en/of voedingsmiddelen ook gekeken wat het effect is van voedingspatronen op gezondheid. Welke ziektebeelden staan centraal en welk type onderzoeken worden er bekeken? Wat zijn de uitgangspunten en hoe gaat de Commissie Richtlijnen goede voeding 2015 te werk?
Verband tussen veel voorkomende ziekten en voeding
Uit de
Volksgezondheid Toekomst Verkenning zijn onder andere gegevens verkregen over
de ziekten die het meest voorkomen onder de Nederlandse bevolking, de
belangrijkste doodsoorzaken en de ziekten die tot de meeste verloren
levensjaren leiden en die de meeste ziektelast in DALY’s (dissability adjusted
life years) veroorzaken. De DALY vormt een belangrijk indicator waarop adviezen
voor gezondheidsbeleid worden gebaseerd.
Bij het opstellen van richtlijnen goede voeding wordt er gekeken naar het
verband tussen de inname van genotsmiddelen, voedingsmiddelen en
voedingsstoffen en het optreden van de meest voorkomende ziekten (hart- en
vaatziekten, diabetes, chronisch obstructieve longaandoeningen (COPD), borst-,
darm- en longkanker, dementie en depressie).
Voedingsstoffen, voedingsmiddelen en voedingspatronen
Voedingsfactoren zijn te onderscheiden in voedingsstoffen, voedingsmiddelen en voedingspatronen. Voedingsstoffen zijn weer te onderscheiden in macronutriënten, zoals eiwitten, vetten, koolhydraten en water, en micronutriënten, zoals de verschillende vitamines, mineralen en bioactieve stoffen, zoals flavonoïden en carotenoïden etc. Voedingsmiddelen zijn producten, zoals melk, brood etc. Voedingsmiddelen bestaan uit macro- en micronutriënten. Een voedingsmiddel is een verzameling van voedingsstoffen. Het voedingspatroon is de manier waarop voedingsmiddelen gecombineerd worden in maaltijden op bepaalde tijdstippen op de dag of in een totaal dagmenu.
Interpretatie van verschillende soorten onderzoek
De invloed van de verschillende voedingsfactoren (voedingsstoffen,
voedingsmiddelen en voedingspatronen) en genotsmiddelen (alcohol, koffie, thee)
op het ontstaan van ziekten worden in kaart gebracht door gegevens uit
verschillende onderzoeken per voedingsstof, per voedingsmiddel en indien
mogelijk ook in samenhang met voedingspatronen en in achtergronddocumenten te
bekijken en naast elkaar te leggen op sterkte van het bewijs. Zo worden gegevens
uit studies bekeken waaraan door veel mensen is deelgenomen, zoals grote
cohortonderzoeken. In dit type onderzoek kan een verband worden gevonden tussen
het gebruik van een voedingsstof, een voedingsmiddel of een bepaald type
voedingspatroon en het risico op een ziekte. Als er meerdere van dit soort
onderzoeken bijeengevoegd worden ontstaat er een veel grotere verzameling van
gegevens en we spreken dan van een meta-analyse. Omdat er dan met gegevens van
veel grotere groepen wordt gewerkt kan een verband tussen twee factoren veel
duidelijker kan worden aangetoond.
Daarnaast wordt er ook gekeken naar onderzoeken waarbij er twee kleine groepen
met elkaar worden vergeleken, een zogenaamde gerandomiseerd onderzoek met een
controlegroep. Hierbij wordt er naar gestreefd dat de beide groepen niet van
elkaar verschillen op één voedingsfactor na. Hiermee kijkt de onderzoeker wat
het effect is van een voedingsfactor op het optreden van een risicofactor voor
een ziekte. Zo hoopt de onderzoeker een voedingsfactor als oorzaak te vinden
voor het optreden van óf het beschermen tegen een bepaalde ziekte. Onze voeding
bestaat niet uit een enkele voedingsstof, of een enkel voedingsmiddel en het
voedingspatroon kent natuurlijk ook nuances. Daarmee wordt gelijk duidelijk dat
het lastig, zo niet onmogelijk, is om oorzakelijke relaties tussen het gebruik
van voedingsstoffen, voedingsmiddelen en voedingspatronen en de veel
voorkomende ziekten te benoemen.
Vertaling naar richtlijnen
De resultaten uit de onderzoeken naar een bepaalde voedingsstof, voedingsmiddel of patroon worden in achtergronddocumenten vastgelegd. Daarna worden deze samengevoegd en er wordt een vergelijking gemaakt per voedingsfactor met de uitkomst van de meest recente voedselconsumptiepeiling. Wanneer de inname van een bepaalde voedingsstof, voedingsmiddel of voedingspatroon dan afwijkt van het ideale plaatje, zoals dit uit de samengevoegde onderzoeken wordt geschetst wordt dat onderdeel in de richtlijnen goede voeding extra benadrukt.
Van richtlijnen naar beleid
In de richtlijnen zijn de aandachtspunten dan duidelijk waarop de inname van voedingsstoffen, voedingsmiddelen en het voedingspatroon kan worden verbeterd. Dit kan dan vervolgens weer worden vertaald in preventieve interventies, zoals regelgeving voor de productie en verkoop van voedingsmiddelen, bijvoorbeeld kleinere verpakkingseenheden om de inname van een voedingsmiddel of voedingsstof te beperken. Daarnaast kan de bevolking dan geïnformeerd worden welke voedingsgewoonte of leefstijl het laagste risico geeft op een bepaalde aandoening.
Conclusie
Voordat er een nieuwe set richtlijnen goede voeding af is, is er heel wat onderzoekswerk en literatuurstudie nodig. En wie er meer over wil weten kan hier meer lezen.
Geplaatst door Anneke Palsma op 29 January 2015
- 2019 (7)
- 2018 (46)
- 2017 (46)
- 2016 (47)
- 2015 (53)
- 2014 (51)
- 2013 (50)
- 2012 (47)
- 2011 (14)